Stop navigatie

spraakkunst

 Antwoorden       

 Geven 

 vragen 

 Nazeggen

Ik antwoord ik geef ik vraag ik zeg na
Jij/je antwoordt Jij/je geeft Jij/je vraagt  Jij/je zegt na
hij antwoordt hij geeft hij vraagt hij zegt na
zij/ze antwoordt zij/ze geeft zij/ze vraagt zij/ze zegt na
wij/we  antwoorden wij/we geven wij/we vragen  wij/we zeggen na
jullie antwoorden jullie geven jullie vragen jullie zeggen na
zij/ze antwoorden zij/ze geven zij/ze vragen zij/ze zeggen na

Hoe laat is het? -> Het is ....

Hoe laat begint de les?

Hoe laat begint de pauze?