Stop navigatie

Oefening 4

Invuloefening

Lees de onderstaande tekst en vul de woorden in

                             Waar is mijn pen?

 

Waar is pen. Waar?!

Ah, mijn is onder het boek. Op-onder.

is mijn pen.

Rick, is dit pen?                                                  R: Nee, dit is pen. Ja, dat is jouw pen. Dit is mijn

Ik mijn pen aan Rick. 

Alsjeblieft                                                                    R: .

Ik geef het aan Rick.

                                                                    R: Dankjewel.

Ik geef het papier Rick.

Alsjeblieft                                                                    R: Dankjewel.

Dit is mijn boek.

is jouw boek?

 

Rick, schrijf jouw naam.

jouw naam op het papier. Rick Rick.

Ik schrijf mijn naam op het . Rick schrijft Rick. Ik schrijf Mirjam. Mirjam is .

Ik lees mijn naam.  Ik lees het boek.

Ik lees ‘tas’. Tas, het woord.

Woord, woord, woord, woord, woord. Allemaal .

Het woord tas. Ik lees tas. Ik schrijf tas.

 

Ik op de stoel.

Ik voor de stoel.

Ik sta achter de stoel. Voor – achter.

Ik zit op de stoel - Ik zit op tafel.                         R: Waar is de docent? Ik zit de tafel.

Waar is mijn pen?

Mijn pen is onder het boek. Mijn pen is op het boek.

Mijn pen is onder het boek. Ik kijk. Ik kijk naar de .

De muur. Ik naar de muur. Ik kijk naar het raam.

Ik kijk naar het .

Dit is huis.

Ik woon in huis.

Ik in Groningen.

Rick, waar jij?                                                   R: Ik woon in Groningen.

Rick in Groningen, ik woon in Groningen.

Waar woon jij?

JavaScript Inschakelen